Database technieken waterzuivering en -behandeling
Wet air oxidation en supercritical water oxidation
Principeschema

Principe- en installatiebeschrijving
Deze behandelingstechniek heeft tot doel de organische vervuiling in een afvalwaterstroom te oxideren. De techniek maakt gebruik van een zuurstofhoudend gas als oxidans (meestal lucht of O2) en werkt bij hogere druk en temperatuur. Dit in tegenstelling tot ‘klassieke’ chemische oxidatie (zie technische fiche ‘Chemische oxidatietechnieken‘). De bedrijfsvoering kan gericht worden op een totale oxidatie of op een partiële oxidatie waarbij de organische stoffen omgezet worden tot kleinere koolwaterstoffen die bijvoorbeeld biodegradeerbaar zijn of op andere wijze verwijderd kunnen worden. De omvang van oxidatie hangt af van de werkingsomstandigheden van het proces.
Meestal onderscheidt men 3 werkingsgebieden:
- lagere werkingsomstandigheden (170-220oC; tot 4 MPa);
- hogere werkingsomstandigheden / Subkritisch (240- 320oC; 4 tot 20 MPa);
- superkritisch (> 374oC; > 22,1 MPa).
Wet Air Oxidation
Het proces bij lagere of subkritische procesomstandigheden wordt ook Wet Air Oxidation (WAO) genoemd. Deze techniek wordt vaak als voorbehandelingstechniek gebruikt. De aanwezige organische stoffen worden door de behandeling omgezet tot laagmoleculaire, biologisch afbreekbare stoffen.
Superkritische wateroxidatie (SCWO)
Indien men het proces uitvoert onder superkritische omstandigheden spreekt men van superkritische wateroxidatie (SCWO). Dit proces verloopt zonder katalyse en streeft naar een volledige oxidatie bij een behandeling van maximaal enkele minuten. Dit proces laat eveneens toe om anorganische verontreinigingen neer te slaan.
Deze techniek kent verschillende industriële uitvoeringsvormen, die vooral verschillen op vlak van reactorontwerp. In sommige processen maakt men eveneens gebruik van een homogene katalysator (bv Cu- of Fe-ionen) om het oxidatieproces te bevorderen en de kosten te verminderen. Recentere ontwikkelingen zijn toegespitst op het gebruik van heterogene katalysatoren (bv. edele metalen of basische metaaloxide katalysatoren).
Specifieke voor- en nadelen
Het proces kent in principe een breed toepassingsgebied.
De WAO-techniek is weinig selectief. De aanwezige organische stoffen zullen geoxideerd worden tot water en CO2, en intermediare oxidatieproducten (ondermeer laagmoleculaire alcoholen, carbonzuren, aldehyden alsook ammoniak en anorganische zuren en zouten).
Het oxidatieproces werkt bij verhoogde temperatuur en druk wat een hoge energie-input vereist.
Toepassing
Men onderscheidt verschillende toepassingsgebieden:
- conditioneren en oxideren van rioolwaterslib uit zuiveringsinstallaties door middel van WAO bij lagere werkingsomstandigheden. Het effluent wordt verder biologische behandeld;
- regeneratie van actieve kool;
- behandeling van organisch beladen afvalwaterstromen uit de chemische, petrochemische en farmaceutische industrie. Voorbeelden zijn stromen die fenolen, gehalogeneerde koolwaterstoffen of polycyclische aromaten bevatten;
- behandeling van gevaarlijke afvalwaterstromen;
- behandeling van spent causticafvalstromen;
- behandeling van black liquor van paper mill nijverheid.
Randvoorwaarden
Het oxidatieproces werkt bij verhoogde temperatuur en druk.
De techniek is vooral geschikt voor de behandeling van afvalstromen met een CZV van 20-200 g/l. Er dient voldoende oxideerbaar materiaal aanwezig te zijn om de reactie autotherm te laten verlopen. Bij 250- 280oC is dit typisch een vereiste van 80-100 g CZV g/l tot 20 g/l indien het influent reeds voorverwarmd is. Bij te lage organische belasting is het proces energetisch onvoordelig. Een andere beperking betreft de aanwezigheid van anorganische zouten en in het bijzonder van Cl– die corrosie kunnen veroorzaken.
Sommige laagmoleculaire stoffen, en in het bijzonder azijnzuur, zijn meer resistent tegen de oxidatie, en vereisen meer extreme oxidatieomstandigheden indien deze ook verwijderd dienen te worden.
Werkingsgraad
Het rendement varieert sterk van de toepassing en de werkingsomstandigheden (temperatuur, druk, behandelingstijd, katalysator). Bij de behandeling van slib bij milde omstandigheden, bedraagt de CZV-reductie slecht 5 tot 15%. Bij de superkritische wateroxidatie van afvalstromen kan daarentegen een CZV reductie van 96,5 tot 99,99% behaald worden voor stoffen zoals 2-chloor-fenol, nitrobenzeen, PCB’s.
Hulpstoffen
Het proces vereist een zuurstofhoudend gas zoals lucht of zuurstof. Sommige processen vereisen een katalysator (bv. Fe(II)).
Milieu-aspecten
Afbraakproducten van de vervuiling kunnen vrijkomen als reststof. Dit kan in de vorm van emissies alsook in de vorm van opgeloste stoffen in het effluent. Tevens kan het oxidans vrijkomen.
Opmerkingen
Geen
Complexiteit
WAO en SCWO vormen complexe processen. De opstellingen vereisen bijzondere aandacht naar stabiliteit en veiligheid.
Automatiseringsgraad
Dit proces heeft typisch een hoge graad van automatisatie.
Versie
Februari 2010
Herziening augustus 2021