Bij aanvang van de uitbating bleken er twee problemen te zijn. Enerzijds was er een te hoge vetbelasting (grotendeels afkomstig van de trucks) en anderzijds bleek de bestaande statische vetafscheiding een te laag afscheidingsrendement te hebben. Beide problemen gaven aanleiding tot een slecht lopende RWZI installatie.
De impact van deze vetten en oliën op de WZI’s zijn niet te onderschatten:
- negatieve invloed op de slibbezinking (hoge SVI);
- verhogen van de beluchtingsvraag en bijgevolg de energieverbruik (1 gram vet = 3 gram CZV);
- veroorzaken een drijflaag, met een verstoring van afbraak in de biologie tot gevolg;
- ontstaan van een hogere uitspoeling van zwevende stof, met visuele verstoring en geuroverlast tot gevolg.
Het was dus noodzakelijk om de vetafscheidingslijn zo snel mogelijk en zo compleet mogelijk af te scheiden van de RWZI. De oplossing van Waterleau betreft een installatie bestaande uit
- Voorbehandeling: een speciale ‘vetcrusher’, een drum screen, met een ingebouwd lamellen compartiment, gecombineerd met zandafscheiding (foto 2),
- buffertank, geprefabriceerde coagulatie- en flocculatietanks en een pompput, vanwaar het geflocculeerde vet naar de DAF’s gepompt wordt (foto 3)
- twee Krofta-DAF’s, met geïntegreerde lamellen verdeling (foto 4)
Het afgescheiden vet wordt in afvoercontainers opgeslagen en het effluent water wordt in de middelste actief slibtanks van de 4 LUCAS©-lanen gevoerd zodat lage concentratie vetresten volledig afgebroken zijn voordat ze de bezinkingtank bereiken.
Hierna kan het effluent geloosd worden op de RWZ. Er werd ook een biofilter bijgeleverd om de vetgeuren te elimineren.